English & other languages: click here!
1 Korinthe 4 - Dienaren van Christus
Paulus geeft aan hoe de gemeente tegenover de oudsten moet staan. Als dienaren van God waren ze alleen tegenover Hem verantwoording schuldig. In dit hoofdstuk komen weer dezelfde problemen naar voren als in de vorige hoofdstukken:
• De gemeente blijkt geregeerd te worden door het menselijk, Griekse denken.
- Er bleken binnen de gemeente broeders te zijn die zichzelf boven hen stelden. Daarom waarschuwt Paulus tegen de zonde van de hoogmoed en legt de nadruk op de diepe motieven van het hart.
1 Korinthe 4:1-2 Laat ieder mens ons zó beschouwen, namelijk als dienaren van Christus en beheerders van de geheimenissen van God. 2. En verder wordt van de beheerders verlangd dat zij betrouwbaar blijken te zijn.
Laat ieder mens ons zó beschouwen......... Paulus maakt hier duidelijk hoe de gemeenteleden hem moeten zien.
Dienaren van God........... er zijn verschillende woorden in het Grieks van het Nieuwe Testament om een dienaar te beschrijven. Hier gebruikt Paulus het woord 'hyperetas', dat een ondergeschikte dienaar beschrijft die functioneert als een vrij man. Hij gebruikt niet het meer gebruikelijke nieuwtestamentische woord voor een dienaar (doulos) dat een gewone slaaf aanduidde. Als er staat 'ieder mens' dan heeft dat ook ons wat te zeggen.
'beheerders van de geheimenissen van God'......... Paulus noemt zichzelf en zijn medewerkers 'beheerders van de geheimenissen van God'. Het woord 'beheerder' is enigszins te vergelijken met een rentmeester die waakt over de eigendommen van zijn opdrachtgever. Zo moeten Paulus en zijn medewerkers voortdurend erop letten dat alles in de gemeente, zowel de leer, als de omgang met elkaar en anderen, overeenkomstig Gods Woord moet plaatsvinden. Aan Paulus zijn ook geheimenissen geopenbaard die tevoren niet bekend waren in de gemeente (1 Korinthe 2:7). Voor God die hen op deze weg gestuurd heeft moeten ze betrouwbaar blijken te zijn.
1 Korinthe 4:3-5 Maar het betekent zeer weinig voor mij dat ik door u beoordeeld word of door enig menselijk oordeel. Ja, ik beoordeel ook mijzelf niet. 4. Want ik ben mij van niets bewust, maar daardoor ben ik nog niet gerechtvaardigd. Wie mij echter beoordeelt, is de Heere. 5. Oordeel daarom niets vóór de tijd, totdat de Heere komt. Hij zal ook wat in de duisternis verborgen is aan het licht brengen, en de voornemens van het hart openbaar maken. En dan zal ieder van God lof ontvangen.
het betekent zeer weinig voor mij dat ik door u beoordeeld word of door enig menselijk oordeel........ het is duidelijk dat er onder de gemeente van Korinthe kritiek op Paulus geuit werd. Maar Paulus is er niet ondersteboven van. Hij is verantwoording schuldig aan God en weet van zichzelf dat zijn intentie is om in trouw en waarheid aan God zijn dienst te verrichten. Hij weet zich een nederige dienaar en stelt zich niet boven de gelovigen in Korinthe.
Want ik ben mij van niets bewust, maar daardoor ben ik nog niet gerechtvaardigd......... uiteindelijk is het God die hem beoordeelt. Alleen dàt oordeel heeft geldigheid! Paulus zei eens tot stadhouder Felix: 'ik oefen mijzelf om altijd een zuiver geweten te hebben voor God en de mensen (Hand. 24:16). Paulus voelt zich vrij om zich niets van de kritiek van deze mensen aan te trekken. Paulus had er niets op tegen dat men zijn woorden toetste aan de Bijbel en prees zelfs degenen in Berea die dit deden: 'terwijl zij dagelijks de Schriften onderzochten of deze dingen zo waren'. (Hand. 17:11). De kritiek lag op een ander vlak. Er was geen vertrouwen en men vond zichzelf beter dan Paulus. Iets wat we ook bij Mozes zagen toen Korach, Dathan en Abiram het tot een opstand lieten komen.
Oordeel daarom niets vóór de tijd, totdat de Heere komt..........
In die trant spreekt Paulus eveneens in Romeinen 2:16 ...op de dag wanneer God de verborgen dingen van de mensen zal oordelen door Jezus Christus. Het oordeel zal door het Woord van God plaatsvinden, zie Hebreeën 4:12-13:
Hebreeën 4:12-13 Want het Woord van God is levend en krachtig en scherper dan enig tweesnijdend zwaard, en het dringt door tot op de scheiding van ziel en geest, van gewrichten en merg, en het oordeelt de overleggingen en gedachten van het hart. 13. En er is geen schepsel onzichtbaar voor Hem, maar alles ligt naakt en ontbloot voor de ogen van Hem aan Wie wij rekenschap hebben af te leggen.
Het gaat in het oordeel van God niet alleen om de uiterlijke, zichtbare handelingen, maar vooral ook om de diepste overleggingen, bedoelingen en motivaties van de mens, die voor de buitenwereld niet zichtbaar zijn. Het gaat God om het hart. ......opdat de overwegingen uit veel harten openbaar worden. (Lukas 2:35b)
1 Korinthe 4:6 Deze dingen nu, broeders, heb ik ter wille van u op mijzelf en Apollos toegepast, met de bedoeling dat u van ons leert niets te bedenken boven wat er geschreven staat, opdat niemand zich ten gunste van de een boven de ander verheft.
Deze dingen nu, broeders, heb ik ter wille van u op mijzelf en Apollos toegepast....... Paulus hoopt dat zijn schrijven de gelovigen in Korinthe zal helpen leren om hun denken Bijbels te houden , en om geen maatstaven te gebruiken die verder gaan dan het Woord van God om hem of de andere apostelen te beoordelen.
opdat niemand zich ten gunste van de een boven de ander verheft........ juist dat verheffen boven een ander kan een mens zo stiekem doen, zodat een ander het niet merkt. Mooie, onwaarachtige woorden verbloemen dan de gedachten. Maar dit rekent God als zonde.
1 Korinthe 4:7 Want wie maakt onderscheid tussen u? En wat hebt u dat u niet hebt ontvangen? En als u het ook ontvangen hebt, waarom roemt u alsof u het niet ontvangen had?
Want wie maakt onderscheid tussen u.......? Wie heeft ervoor gezorgd dat de één anders is dan de ander? Als je beseft dat God de verscheidenheid in de schepping van de mens heeft aangebracht, welke reden heb je dan om trots te zijn en neer te zien op een ander?
En wat hebt u dat u niet hebt ontvangen......? Het is niet jouw verdienste als je meent iets beter te weten of te kunnen dan een ander! Het is hoogmoed om zo te denken!
Waarom roemt u alsof u het niet ontvangen had..........?
Doe toch niet alsof je beter bent dan een ander. Wees liever nederig en dankbaar voor wat God je heeft gegeven en bemoedig degenen die moeite hebben met bepaalde vaardigheden.
1 Korinthe 4:8-13 U bent al verzadigd, u bent al rijk geworden, u bent al gaan regeren zonder ons. Regeerde u ook maar, opdat ook wij met u zouden mogen regeren! 9. Want ik denk dat God ons, de laatste apostelen, heeft tentoongesteld als mensen die ter dood veroordeeld zijn. Wij zijn immers een schouwspel geworden voor de wereld en voor engelen en voor mensen. 10. Wij zijn dwaas om Christus' wil, maar u bent wijs in Christus, wij zwak, maar u sterk, u geëerd, maar wij veracht. 11. Tot op dit moment lijden wij én honger én dorst, én zijn wij naakt, én worden wij met vuisten geslagen, én hebben wij geen vaste woonplaats, 12. én spannen wij ons in door met onze eigen handen te werken. Worden wij uitgescholden, dan zegenen wij. Worden wij vervolgd, dan verdragen wij. 13. Worden wij belasterd, dan bidden wij. Wij zijn geworden als het uitvaagsel van de wereld en het afschraapsel van allen tot nu toe.
Als we deze Bijbelverzen zien als een taakomschrijving van een apostel of voorganger dan begrijp je dat, als die taak echt wordt uitgevoerd overeenkomstig Gods bedoeling, dat het beslist geen aantrekkelijke job is. Je staat midden in het strijdperk en vangt heel wat pijnlijke klappen op. Zo heeft Mozes het ervaren, zo heeft Yeshua het ervaren en zo hebben al Gods waarachtige dienstknechten het ervaren.
U bent al verzadigd, u bent al rijk geworden, u bent al gaan regeren zonder ons....... de toon van Paulus wordt sarcastisch. Hij heeft in opdracht van de Vader hier de gemeente gesticht en nu willen anderen dit overnemen en de koers gaan bepalen. Zo te horen hebben ze het al helemaal voor elkaar. Verzadigd en rijk..... alsof ze willen zeggen dat ze het op een betere manier kunnen organiseren. Paulus zit als beheerder in Efeze waar hij de strijd van het geloof aan den lijve ondervindt. Dat blijkt uit vers 11. (1 Korinthe 4:11)
Regeerde u ook maar, opdat ook wij met u zouden mogen regeren........! Het lijkt hier of het toekomstige regeren met Christus in het Vrederijk naar dit tijdsbestek wordt verplaatst. Blijkbaar is de "Kingdom Now Theology" al heel oud. Gods Koninkrijk is hier en nu op aarde nog niet aangebroken of te verwezenlijken. De ware gelovigen vormen in Christus een Koninkrijk in ballingschap en dat botst met het koninkrijk van deze wereld, wat satan aanbiedt. (Lukas 4:6-7)
ik denk dat God ons, de laatste apostelen, heeft tentoongesteld als mensen die ter dood veroordeeld zijn...... in tegenstelling tot hun "in rijkdom en met succes regeren" ervaart Paulus het leven als "beheerder van de geheimenissen van God" als de belaagde partij in een theater. Het woord 'schouwspel' dat hier wordt gebruikt is in het Grieks "theatron' , een soort amiftheater (arena) waar mensen die ter dood veroordeeld zijn voor de leeuwen worden gegooid. (zie 1 Korinthe 15:31-32)
Wij zijn dwaas om Christus' wil, maar u bent wijs in Christus........ Paulus laat zien dat er een contrast bestaat tussen het leven van degenen die regeren in Korinthe en de ervaringen van de apostelen die tegen de stroom in moeten roeien. Hij laat hen zien dat ze het lijden van Christus, waartoe ze geroepen zijn (1 Petrus 2:21), ontwijken voor een in deze wereld aanvaardbare religie.
We zien dat zo vaak bij evangeliepredikers, en die worden rijk en zijn geëerd. De regeerders in Korinthe worden 'geacht', Paulus echter wordt 'veracht'! Ze zullen Paulus en zijn mede-apostelen - net zo als de wereld - als 'dwaas' bestempelen. Maar Paulus zegt: "ja, ik ben inderdaad dwaas, maar om Christus’ wil."
Wij lijden én honger én dorst, zijn naakt, worden met vuisten geslagen, hebben geen vaste woonplaats.......
Paulus benadrukt dat de dienaar in de voetstappen van de lijdende Christus moet volgen. Hij beklaagt zich niet. Het is zijn bedoeling dat de hoogmoedige gemeenteleden dat gaan beseffen.
wij spannen ons in door met onze eigen handen te werken........ er stond geen organisatie achter Paulus waarvan hij regelmatig zijn inkomen ontving. Hoewel een dienaar van God wel ondersteuning hoort te ontvangen (1 Korinthe 9:9), maakte Paulus daar geen aanspraak op en verdiende zijn onderhoud met het maken van tenten. In de Griekse 'beschaving' vond men dat handenarbeid alleen geschikt was voor slaven. In hun ogen was het vernederend als één van Gods apostelen met zijn eigen handen zou werken!
Uitgescholden, vervolgd, belasterd..... dat was het lot van de man die tot de grote geleerden van het Jodendom had behoord, maar die zijn geleerdheid, zijn status, zijn eer als vuilnis beschouwde (Filippenzen 3:8), omdat al die voorrechten uit de verkeerde bron kwamen. Op het uitschelden reageerde hij met zegenen, hij verdroeg de vervolgingen en bad voor degenen die kwaad over hem spraken. Hij hoorde in de ogen van de wereld tot wat we in onze tijd "aso's" noemen. Wie zou er, als hij dit allemaal weet, nog zo graag evangelist worden? (Lukas 14:28)
1 Korinthe 4:14-16 Ik schrijf deze dingen niet om u te beschamen, maar als mijn geliefde kinderen wijs ik u terecht. 15. Want al had u tienduizend leermeesters in Christus, daarmee hebt u nog niet vele vaders: in Christus Jezus heb ík u immers door het Evangelie verwekt. 16. Ik roep u er dus toe op: word mijn navolgers.
maar als mijn geliefde kinderen wijs ik u terecht......... De woorden van Paulus kunnen best hard aangekomen zijn. Toch was het niet zijn bedoeling hen te veroordelen en af te schrijven. Hij ziet deze gemeente als zijn 'geesteskind' en heeft hen lief. In een vader-kind verhouding moet het mogelijk zijn om de vinger bij de zere plek te leggen, juist omdat je het goede met hen voor hebt en je hun welzijn op het oog hebt.
al had u tienduizend leermeesters in Christus........ in de Griekse cultuur had men bewakers 'paidagogoi', die de jeugd van en naar school begeleidden en toezicht hielden op hun gedrag. Op deze manier waren er blijkbaar ook mensen die de Bijbelse gedragscode, zoals Paulus dat onderwezen had, bekritiseerden.
daarmee hebt u nog niet vele vaders....... zulke bewakers 'paidagogoi' zijn tenslotte geen vaders. Paulus noemt zich hun vader omdat hij hen geestelijk tot leven heeft gewekt, door de kracht van God. Die kracht van Gods Woord wil hij in hen terugzien, herkennen, want die dreigt te worden ondergesneeuwd door zweverige, filosofische praatjes. Paulus roept zijn geestelijke kinderen op om in zijn voetstappen te gaan en Christus te volgen in Zijn gehoorzaamheid en lijden.
1 Korinthe 4:17-19 Daarom heb ik Timotheüs naar u toe gestuurd, die mijn geliefde en trouwe zoon is in de Heere. Hij zal u in herinnering brengen mijn wegen, die in Christus zijn, zoals ik overal in elke gemeente onderwijs. 18. Maar sommigen hebben zich heel gewichtig voorgedaan, alsof ik niet naar u toe zou komen. 19. Maar ik zal spoedig naar u toe komen, zo de Heere wil. En ik zal dan van hen die zich zo gewichtig hebben voorgedaan, niet de woorden leren kennen, maar de kracht.
Ik heb Timotheüs naar u toe gestuurd........ Paulus heeft best harde woorden gesproken, maar hij begrijpt dat er ook een persoonlijk gesprek moet plaatsvinden. Hij kan zelf nu niet komen, maar daarom zal Timotheüs, zijn vertrouweling, zijn taak waarnemen. Zij zijn één in het werk van Christus waarvoor Paulus de bediening voor de heidenen rechtstreeks van God heeft ontvangen (Gal. 2:7-8).
alsof ik niet naar u toe zou komen....... waarschijnlijk hebben de hoogmoedige regeerders gedacht dat Paulus niet naar hen toe durfde te komen omdat zij het veel beter deden dan Paulus. Eerst komt Timotheüs, maar Paulus zal ook komen op Gods tijd.
ik zal dan niet hun woorden leren kennen, maar de kracht.......“Het koninkrijk van God” bestaat niet uit praatjes, ook niet uit wijsgerig klinkende woorden die de Grieken zo graag horen. Met zulke woorden hoeven ze niet bij Paulus aan te komen. In het Koninkrijk van God gaat het om een leven waarin de kracht van God zichtbaar wordt. Het Woord van God zelf is krachtig en werkt wat uit in de harten van mensen!
1 Korinthe 4:20. Want het Koninkrijk van God bestaat niet in woorden, maar in kracht. 21. Wat wilt u? Moet ik met de roede naar u toe komen, of in liefde en in een geest van zachtmoedigheid?
Want het Koninkrijk van God bestaat niet in woorden, maar in kracht....... we hebben nu gezien wat er met de woorden in Korinthe bedoeld werd.
Als Gods Woord zodanig wordt gebracht dat het ook aan de normen van de werelds denkende mens zou voldoen, is er iets grondig mis. Het zou echter niet goed zijn om deze tekst aan te voeren als 'bewijs' dat de Woorden van God er niet toe doen. Gods Woord heeft kracht, heeft gezag, is levendmakend, maar ook het instrument tot oordeel.
Hebreeën 4:12 Want het Woord van God is levend en krachtig en scherper dan enig tweesnijdend zwaard, en het dringt door tot op de scheiding van ziel en geest, van gewrichten en merg, en het oordeelt de overleggingen en gedachten van het hart.
Paulus was erg boos geweest toen hij hoorde dat de gemeente van Korinthe deed alsof Gods Koninkrijk op aarde al een feit was. In hun regering bestond de strijd niet meer van Genesis 3:15. Dat betekende dat de deur open stond voor wereldgelijkvormigheid en afval. Daarom vraagt Paulus: "moet ik komen met de roede?" Het gaat hier natuurlijk niet om een letterlijke roede. Maar woorden kunnen wel als zodanig overkomen. Mogelijk dacht Paulus aan dit schriftwoord.......
"Wie zijn roede spaart, haat zijn zoon; maar wie hem liefheeft, tuchtigt hem reeds vroeg" (Spreuken 13:24).
of (zal ik komen) in liefde en in een geest van zachtmoedigheid.......? Vanzelfsprekend komt Paulus liever in liefde en in een geest van zachtmoedigheid. Daarom heeft de Gemeente van Korinthe eerst de gelegenheid om dit in orde te maken, zodat er weer herkenning zal zijn in de gemeenschap met Christus.
Ida