1 Korinthe 13 - Alles draait om de liefde
In de vorige hoofdstukken ging het over de gaven van de geest, over de gemeenschap in Christus, dat werd voorgesteld als een Lichaam, waarvan Christus het hoofd is en de wedergeboren gelovigen als afzonderlijke lidmaten, organen van dat lichaam. Dit alles kan pas functioneren als de liefde van God daaraan ten grondslag ligt. De gaven van de Geest zijn in de volmaaktheid niet meer nodig. Maar de liefde blijft, die is eeuwig! (1 Korinthe 13:8) Want dat is het karakter van God.
Wie niet liefheeft, kent God niet, WANT GOD IS LIEFDE. (1 Joh. 4:8)
1 Korinthe 13:1-7 1 Als ik in de talen van de mensen en van de engelen spreek, maar ik heb geen liefde, dan ben ik klinkend koper of een schelle cimbaal geworden. 2 En als ik profetie heb, en ik weet alle verborgenheden en alle kennis, en als ik al het geloof heb, zodat ik bergen verzet, maar ik heb geen liefde, dan ben ik niets. 3 En als ik al mijn bezittingen uitdeel, en als ik mijn lichaam overgeef om mij te beroemen, maar ik heb geen liefde, dan baat het mij niets. 4 De liefde is lankmoedig, is goedertieren; de liefde is niet jaloers; de liefde praalt niet, is niet opgeblazen, 5 handelt niet onwelvoeglijk, zoekt niet haar eigen belang, wordt niet verbitterd, rekent het kwade niet toe, 6 verblijdt zich niet over de ongerechtigheid, maar verblijdt zich met de waarheid; 7 alles verdraagt zij, alles gelooft zij, alles hoopt zij, alles verduurt zij.
Alles draait in Gods Koninkrijk om de liefde! Iedereen zingt over de liefde en verlangt ernaar. Toch leven we in een tijd waarin de liefde enorm aan het verkillen is.
Mattheüs 24:12 En omdat de wetteloosheid zal toenemen, zal de liefde van de velen verkoelen.
Liefde is prioriteit, maar het pakt vaak zo anders uit. In de gemeente in Korinte was een sterk verlangen naar geestesgaven. Toch was er veel verdeeldheid en liefdeloosheid. Daarom schrijft Paulus het loflied der liefde, een lied dat we niet moeten isoleren. Het staat in tussen de hoofdstukken 12 en 14, die beide over de gaven van de Geest gaan. Hier wijst Paulus een weg die hoger gaat dan die gaven.
1 Korinthe 12:31 Streeft echter naar de grootste genadegaven. En ik wijs u een nog uitnemender weg.
Wat een wonder zou dat zijn: alle talen van aarde en hemel te kunnen spreken! Maar zonder liefde is het spreken in tongen een leeg kabaal (v. 1). Wat geweldig zou dat zijn: Gods inzicht te ontvangen voor de ontwikkelingen in onze tijd. Als niets meer in hemel of op aarde een geheim voor mij zou zijn en dat ik voor God enorme dingen zou kunnen doen! Maar zonder liefde stelt het allemaal niets voor (v. 2). Het kan dan allemaal nog om mezelf draaien. Zelfs met het brengen van onvoorstelbaar grote offers kan ik nog mezelf op het oog hebben (v. 3). De liefde is belangrijker dan welke gave ook. Alleen dàn functioneren de gaven van de Geest goed als ze functioneren vanuit Gods liefde.
Paulus gebruikt hier voor liefde het woord ‘agapè’. Dat is de liefde die van God uitgaat. Deze liefde kennen we niet van nature. God geeft ons die bij de wedergeboorte. Door de Heilige Geest.
Johannes 3:5 Jezus antwoordde: Voorwaar, voorwaar, Ik zeg u: tenzij iemand geboren wordt uit water en Geest, kan hij het koninkrijk van God niet binnengaan.
Romeinen 5:5 en de hoop beschaamt niet, omdat de liefde van God in onze harten is uitgestort door de Heilige Geest die ons gegeven is.
Wie liefheeft, heeft ook met moeilijke mensen geduld. Die is ook vriendelijk voor wie hem of haar verkeerd behandelt. Toen Judas Jezus verried, sprak Yeshua hem aan met ‘vriend’.
Mattheüs 26:47-50
47 En terwijl Hij nog sprak, zie Judas, een van de twaalf, kwam en met hem een grote menigte met zwaarden en stokken, van de overpriesters en oudsten van het volk vandaan.48 Nu had hij die Hem overleverde, hun een teken gegeven en gezegd: Die ik zal kussen, Die is het; grijpt Hem! 49 En terstond ging hij naar Jezus toe en zei: Gegroet, Rabbi! En hij kuste Hem innig.50 Jezus echter zei tot hem: Vriend, waarvoor ben je hier? Toen gingen zij naar Hem toe, sloegen de handen aan Jezus en grepen Hem.
Wie liefheeft, is ook niet jaloers. Je gunt de ander zijn of haar plaats. De liefde doet niet gewichtig en ze is niet trots. Helaas voelden de Korintiërs zich wèl belangrijk. De liefde molesteert gevoelens niet. Wie liefheeft, is niet op zichzelf gericht, maar op anderen. Die uit zich niet hard of bitter. Die is niet blij met het onrecht, maar juist met de waarheid (v. 4-6). Wie liefheeft, zet het kwade niet te kijk. Dat kan omdat je dan ook over de hele linie blijft geloven in en hopen op het goede dat de HERE in de ander wil uitwerken. Dan verdraag je ook (v. 7).
Kern: Zonder Gods liefde, de agapè, is alles waardeloos. Deze liefde moet de bedding van alles zijn.
„Zo blijven dan: Geloof, hoop en liefde, deze drie, maar de meeste van deze is de liefde.” 1 Kor.13:13
Kies voor Gods liefde!
1 Korintiërs 13:8-13 8 De liefde vergaat nooit; maar hetzij profetieen, zij zullen te niet gedaan worden; hetzij talen, zij zullen ophouden; hetzij kennis, zij zal te niet gedaan worden. 9 Want wij kennen ten dele en wij profeteren ten dele, 10 maar wanneer het volmaakte is gekomen, zal wat ten dele is, te niet gedaan worden. 11 Toen ik een kind was, sprak ik als een kind, dacht ik als een kind, overlegde ik als een kind; nu ik een man geworden ben, heb ik afgedaan met wat van het kind was. 12 Want wij kijken nu door een spiegel, wazig, maar dan van aangezicht tot aangezicht, nu ken ik ten dele, maar dan zal ik kennen zoals ik ook gekend ben. 13 En nu blijft geloof, hoop, liefde, deze drie; maar de meeste van deze is de liefde.
KIES VOOR GODS LIEFDE!
Voor welke liefde kiezen we? Veel mensen komen in een doolhof terecht omdat ze kiezen voor ‘eros’, de liefde die van onszelf uitgaat en eigenlijk egocentrisch is. Anderen zien liefde alleen als medemenselijkheid (’ filia’). Het gaat echter ook in het gedeelte van vandaag niet om deze twee soorten liefde, maar om echte, gevende liefde, de ‘agapè’, de liefde van God. Deze liefde wil offeren en zich totaal voor anderen inzetten. Maar niet voor mensen die je uitbuiten.
Deze liefde is méér dan de gaven van de Geest. Deze gaven zijn tijdelijk en ten dele (v. 8-10). De liefde hoort bij het volmaakte. Wat onvolkomen is, verdwijnt, het volmaakte komt. Paulus illustreert dit met het voorbeeld van een kind: dit legt bij het opgroeien het kinderlijke af en wordt volwassen (v. 11). Hij vergelijkt het ook met het zien in een spiegel. Spiegels waren in de oudheid van koper of zilver en gaven maar een zwak en onduidelijk beeld (v. 12a). De HERE God openbaart Zich door zijn Woord en dat Woord bedriegt ons niet. Die openbaring is voldoende voor ons tot redding van zonde. Maar er blijft veel raadselachtigs in ons kennen van God en zijn plan met deze wereld. Eens echter zullen we Hem niet door bemiddeling van een tussenpersoon, of van profetie, of van iets anders kennen, maar rechtstreeks (v. 12a) 1).
Exodus 33:18-2018 Toen zeide Mozes: Laat mij uwe heerlijkheid zien!19 De HEER antwoordde: Ik zal al mijne majesteit langs u doen voorbijgaan, en den naam des HEEREN voor u uitroepen; want ik ontferm mij wiens ik wil, en ik erbarm mij wiens ik wil. 20 Voorts zeide hij: Mijn aangezicht zult gij niet kunnen zien; want niemand kan mij zien en in leven blijven.
Johannes 1:14 En het Woord is vlees geworden en heeft onder ons gewoond (en wij hebben zijn heerlijkheid aanschouwd, een heerlijkheid als van een eniggeborene van een vader) vol van genade en waarheid.
Johannes 1:18 Niemand heeft ooit God gezien; de eniggeboren Zoon die in de schoot van de Vader is, die heeft Hem verklaard.
Mattheüs 5:8 Gelukkig de reinen van hart, want zij zullen God zien.1 Johannes 3:2 Geliefden, nu zijn wij kinderen van God, en het is nog niet geopenbaard wat wij zullen zijn. Wij weten dat als Hij geopenbaard zal zijn, wij Hem gelijk zullen zijn; want wij zullen Hem zien zoals Hij is.
Zoals God mij nu door-en-door kent, zo zal ik Hem straks door-en-door kennen (v. 12b). De gemeenschap van Gods kant is nu al volmaakt, er is voor Hem geen geheim in ons. Zo zullen wij ook eens de HERE kennen, zo ontmoeten we Yeshua HaMashiach van aangezicht tot aangezicht.
Johannes 17:24 Vader, wat U Mij hebt gegeven Ik wil dat waar Ik ben, ook zij bij Mij zijn, opdat zij mijn heerlijkheid aanschouwen die U Mij hebt gegeven, omdat U Mij hebt liefgehad voor de grondlegging van de wereld.De gaven van de Heilige Geest zijn tijdelijk. Blijvend zijn geloof, hoop en liefde, waarbij de liefde van deze drie de meeste is (v. 13).
1 Thessalonicen 1:2-3 2 Wij danken God altijd voor u allen, terwijl wij u gedenken in onze gebeden, 3 onophoudelijk gedachtig aan uw werk van het geloof en uw arbeid van de liefde en uw volharding van de hoop op onze Heer Jezus Christus, tegenover onze God en Vader,
1 Thessalonicen 5:8 Maar laten wij die van de dag zijn, nuchter zijn, terwijl wij het borstharnas van het geloof en de liefde aangedaan hebben, en als helm de hoop van de behoudenis;
Waarom is de liefde de meeste?
Omdat de liefde het doel is van Gods werk aan de gemeente. Dat doel is dat we de HERE dienen met ons hele hart en met alles wat in ons is. Dat doel wordt bereikt ook doordat we God liefhebben en onze naaste. Het geloof is door liefde werkzaam.
Galaten 5:5 Want wij verwachten door de Geest op grond van geloof de hoop van de gerechtigheid.Galaten 5:6 Want in Christus Jezus heeft noch besnijdenis enige kracht, noch onbesneden zijn, maar geloof dat door liefde werkt.
DE LIEFDE IS DE BAND DER VOLMAAKTHEID
Kolossenzen 3:14 En boven dit alles de liefde, dat is de band van de volmaaktheid.
Laat de agapè, de liefde van God, onze prioriteit zijn!
1 Korinthe 12:31 Streeft echter naar de grootste genadegaven. En ik wijs u een nog uitnemender weg.
1 Korinthe 14:1 Jaagt naar de liefde en streeft naar de geestelijke uitingen, maar vooral, dat u mag profeteren.
Jur