Gnosis
De Gnostische leer.
Voor een nadere beschrijving van de Gnosis, kunnen we het best het boek ‘Nieuw inzicht omtrent de Bijbel’ van J.G. Sutherland — een deskundige op dit gebied — opslaan. Het verschaft duidelijk licht op de ‘hedendaagse Gnosis’. ‘Hedendaags’, omdat het de bron verraadt van de nu zo gangbare (en gelukkig ook bestreden) opvatting dat wij als moderne mensen de gegevens, zoals die in de (oude) Bijbel voorkomen, moeten overbrengen in de thans bestaande structuren, waarbij de wonderen en de goddelijkheid van Jezus uiteraard al direct discutabel worden gesteld.
Deze twee belangrijke en zeer invloedrijke stromingen, de Kabbala en de Gnosis hebben op het godsdienstig bestaan van verleden, heden en toekomst een onevenredig grote invloed. Deze invloed wordt weinig onderkend, maar wat men bijv. onder moderne theologie verstaat is in deze twee stromingen zeer goed herkenbaar. Wij kunnen verwachten dat in de komende jaren die invloed nog zal toenemen, zowel in de Rooms-katholieke, als in de Protestantse kringen, ondanks (of juist dankzij) het feit dat Rome met man en macht probeert de klok terug te zetten, ten einde haar macht te behouden en uit te breiden. Geestelijke leidslieden (die toch beter moesten weten) gaan grote belangstelling koesteren voor de ‘Wereldmoeder, moeder van God, de middelares van alle genade … Maria; Maria spreekt nu’ zegt men … Maria, Sofia, Lilith, de Koningin des hemels.
De later verschenen ‘bijbel’ van de Kabbala, de Zohar beschrijft hoe Adam vóór de Evaperiode, demonen verwekte bij de godin Lilth, in {Jes 34:14 } vertaald als ‘nachtspook’ en in verband gebracht met Edom, de vijand van God en Zijn volk. Ook in hedendaagse satanische kringen is Lilith weer bijzonder ‘in’. Zo speelt Lilith een grote rol in de ‘Walpurgisnacht’ van Goethe’s Faust. Goethe, die wij vrijwel uitsluitend kennen als begenadigd dichter, speelde in occulte kringen een grote rol, zoals zijn fervente bewonderaar Rudolf Steiner erkent, die aan diens ideeën weer gestalte heeft gegeven.
J.G. Sutherland geeft ons in zijn een aantal jaren geleden verschenen boek, een duidelijk beeld van de hedendaagse ‘Christelijke Gnosis’ en het komt ons voor dat onze huidige politieke, Christelijk-politieke, en zelfs een aantal geestelijke leiders hun visie hierop bewust of onbewust geënt hebben. Hij definieert de Gnosis als volgt: ‘de Gnosis is de theoretische kennis, die men uit achteruitgaande en onwerkzaam wordende mysteriën heeft overgenomen’. Na een paar aanvaardbare hoofdstukken over ‘Nieuw Inzicht’, komt al spoedig de ware aard van zijn ‘kennis’ naar voren. Hij is er van overtuigd dat geen modern, weldenkend mens nog in de bijbelse wonderverhalen kan geloven, zoals die over Elia, Elisa, Jona’s Walvis en de wonderboom, de wonderen van Jezus, de opstanding, Zijn Hemelvaart, enz. en hij beschouwt degene die dat nog wel doet als iemand die in zijn geestelijke evolutie is achtergebleven.
Merkwaardig is overigens zijn stilzwijgen over de Kabbalistische achtergrond van zijn geliefde Gnosis. Wel erkent hij dat hij veel van zijn kennis heeft opgedaan bij Rudolf Steiner, de bekende occultist, die zijn stempel heeft gedrukt ook op de hedendaagse Anthroposofie.
De Gnosiswijsheid is, evenals de Bijbel, volgens Sutherland op schrift gesteld door helderzienden, helderhorenden en heldervoelenden. Voor hen geldt blijkbaar niet Mozes’ verbod op helderziendheid en waarzeggerij. Ook Petrus’ stellige terechtwijzing hieromtrent legt hij naast zich neer. {Hnd 16:16-18 }
Handelingen 16:15-18 Toen zij nu was gedoopt en haar huis, verzocht zij ons aldus: Als u van oordeel bent dat ik de Heer trouw ben, komt dan in mijn huis en blijft er. En zij drong er bij ons op aan. 16 ¶ Het gebeurde nu, toen wij naar de gebedsplaats gingen, dat een slavin die een waarzeggende geest had, ons ontmoette, die haar meesters veel winst aanbracht met waarzeggen. 17 Deze liep Paulus en ons achterna en schreeuwde aldus: Deze mensen zijn slaven van God de Allerhoogste, die u de weg van behoudenis verkondigen. 18 En dit deed zij vele dagen lang. Paulus echter, hierover zeer verstoord, keerde zich om en zei tot de geest: Ik beveel je in de naam van Jezus Christus dat je van haar uitgaat. En hij ging uit op hetzelfde ogenblik.
Wij kunnen uit de Bijbel opmaken dat helderziendheid voortkomt uit een bezettende demonische macht, die uitgedreven kan worden. Het is de Gnosis die in deze tijd de ‘Bijbelgeleerden’ de voorpagina’s doen halen, als zij de feitelijkheden van het Bijbels gebeuren zonder meer overzetten in het heden, waarbij uiteraard de goddelijkheid van Jezus en de wonderen van Gods almacht als achterhaald beschouwd worden.
Sutherland presenteert zijn leer als een ‘esoterisch Christendom’, d.w.z. een religie voor ‘Ingewijden’. Volgens hem wordt met het woord ‘Goden’ in {Ps 82:6 } gedoeld op deze ‘ingewijden’. De godheid wordt door Sutherland beschreven op een wijze die duidelijk aan de tevoren behandelde Kabbala ontleend is. In de Gnostieke leer rekent men tot deze ‘rangen van de godheid’ ook Satan-Lucifer — ( Immers in {Job 1:6 } beschreven als één der zonen van Elohim) — naast vele heidense afgoden, tot medewerkers en uitvoerders van de grote ‘hoofdgod’. Monotheïsme en polytheïsme (d.w.z. één-godendom en véél-godendom) zijn volgens Sutherland ook geen onverzoenbare religies. Integendeel: het enige verschil is, dat de monotheïst ‘hoger’ kijkt dan de polytheïst.
De Kabbala-Gnosis heeft dus een ‘laddersysteem’ van boven elkaar geplaatste goden, met de God van de Bijbel als ‘hoofdgod’. Het verraderlijke van de Gnosis is, dat men deze wezens als goden voor de Bijbelgelovige tracht aanvaardbaar te maken, door ze in te passen in een zg. Bijbelshiërarchisch systeem van engelen-rangen. De Gnosis engelenverering is één van de facetten van de dwaalleer. Andere facetten ervan zijn via de ‘ontmythologisering’ van Gods Woord, doorgedrongen tot in het theologisch denken van velen, ook van hen die als herders verantwoordelijk zijn voor hun kudde. {Eze 34:2-10 }
Ezechiël 34:2 "Mensenzoon, profeteer tegen de herders van het volk Israël. Zeg tegen hen: Dit zegt de Heer: Pas maar op, herders van Israël! De herders moeten toch voor de schapen zorgen? Maar jullie zorgen alleen maar voor jezelf! 3 Jullie drinken de vette melk van de schapen. Jullie dragen kleren van de wol. Jullie eten de beste dieren op. Maar jullie zorgen niet voor ze. 4 De zwakke schapen verzorgen jullie niet. De zieke schapen genezen jullie niet. De gewonde schapen verbinden jullie niet. De afgedwaalde schapen verzamelen jullie niet. De zoekgeraakte schapen zoeken jullie niet. Nee, jullie zijn slecht en wreed voor jullie schapen. 5 Ze raken verspreid en dwalen rond. Want er is geen herder die op hen past. Ze worden een prooi van de wilde dieren doordat ze de kudde kwijtraken.
6 Mijn schapen dwalen rond op de bergen en de heuvels. Ze zijn over de hele aarde verspreid geraakt. Er is niemand die om ze geeft, niemand die naar ze zoekt.
7 ¶ Luister daarom, herders, naar wat de Heer zegt. 8 Mijn schapen zijn een prooi geworden van de wilde dieren en worden opgegeten. Dat komt doordat er geen herder is. Want mijn herders zorgen niet voor de schapen. Ze zorgen alleen maar voor zichzelf. 9 Luister naar wat Ik zeg, herders! 10 Ik zweer bij Mijzelf: Ik zal die herders daarvoor straffen! Ik eis mijn schapen van hen terug. Ik zal een einde maken aan hun manier van hoeden. Ik zal mijn schapen redden. Ik wil niet dat ze nog langer door hun herders mishandeld, verwaarloosd en opgegeten worden.
Verschillende passages in de brieven van Paulus en Johannes die waarschuwen tegen dwaalleer, worden door dit alles opeens bijzonder duidelijk; het blijkt dat zij vrijwel alle juist tegen Gnosisketters binnen hun eigen kring waren gericht. {zie o.a. Col 2:8 } ‘Ziet toe, dat niemand u meesleept door zijn wijsbegeerte, door ijdel bedrog in overeenstemming met de overlevering der mensen, met de wereldgeesten’.) Er wordt hier duidelijk ‘een andere Jezus’ en ‘een ander evangelie’ gepredikt. {2 Korinthe 11:4 }
2 Corinthiërs 11:4 Want als degene die komt een andere Jezus predikt die wij niet gepredikt hebben, of als u een andersoortige geest ontvangt die u niet hebt ontvangen, of een andersoortig evangelie dat u niet hebt aangenomen, dan zou u het heel goed verdragen.
Ook de ‘gewilde nederigheid en engelenverering’ geeft aanleiding tot het ‘missen van de prijs’. {Col 2:18 } In {Galaten 1:6-10 } verwijt Paulus de Galaten dat zij zich ‘zo spoedig tot een ander evangelie hebben laten verleiden’. {zie ook Mattheüs 2:4; Lukas 2:11,26 Hand. 9:5 } e.a. waarin de Gnostische leer dat Jezus en de Christus niet van den beginne identiek zijn, weerlegd wordt.)
Het hoofdstuk ‘De dwaalleraars’ van {2 Petrus 2 } en het gedeelte van de Judasbrief vanaf vers 3 {Judas 1:3 } — welke stukken grote overeenkomst vertonen — worden ook door Bijbelse encyclopedieën en commentaren beschouwd als te zijn gericht tegen de Gnostische infiltranten in de Gemeente. Het is de moeite waard deze passages in dit verband eens nauwkeurig te lezen. Het gaat hier om ‘binnengeslopen mensen, die de genade van onze God in losbandigheid veranderen en onze enige Heerser en Here, Jezus Christus, verloochenen’. {Judas 1:4 } over hen ‘die de weg van Kaïn zijn opgegaan, voor de verleiding van een Bileam zijn bezweken, en door het verzet van een Korach ten onder zijn gegaan’. {Judas 1:11 }
Zoals gezegd, heeft de wereldsamenzwering weinig te vrezen van een ‘religie’ die gebaseerd is op een,sociaal evangelie’, dat in zichzelf het product is van het denken in termen van de persoonlijke hulpeloosheid in het gezicht van grote economische krachten. Integendeel: ‘De Eén-Wereld-Regering’ vindt in zo’n religie waardevolle medestanders in het streven naar Wereldheerschappij. Door eenvoudig de woorden een andere betekenis en inhoud te geven, kunnen zij God, Jezus Christus én de Bijbel omvormen tot een hanteerbare aardse kameraad, die bereid is de massa te leiden, en tegenstanders uit de weg te ruimen. Hoewel het op de Bijbel gegronde geloof echt wel relevant is voor het eigentijdse leven, vervormen veel hedendaagse leiders het goddelijke gegeven om, tot een effectloos hedendaags ‘modern’ model. ‘Het Nieuwe Evangelie’ en ‘De Nieuwe Catechismus’ hebben hun plaats gekregen in het denken van velen. Het doel van dit alles is herkenbaar in kerkelijke- en pseudo-kerkelijke beslissingen in de laatste tijd, waarin woorden als ‘integratie, maatschappijvernieuwing, sociale betrokkenheid en nieuwe moraliteit’ de boventoon voeren, terwijl verstandelijke redenering (kennis) prevaleert boven Gods Woord en gebod.
W. Henri MacFarland schrijft in ‘Operation ‘76 and the Universal Church’ hoe de revolutionaire veranderingen die plaats vinden bij vele volgelingen van Rome, niet leiden in de richting van het traditionele Protestantisme, zoals vele Katholieke leken veronderstelden, maar in die van het humanistisch Neo-heidendom van de Nationale- en Wereld Raad van Kerken, waarbij ‘Jezus en Dien gekruisigd’ niet meer centraal staat. En bij dit ‘dé-Christianiseren’ van het Christendom neigen deze stromingen naar een ‘nieuw evangelie’, waarbij enerzijds de tegenstellingen (schijnbaar) verzacht worden en een opening gemaakt wordt naar andere (niet-christelijke) religies, maar tóch de leerstelligheid van oude leringen zoals onfeilbaarheid, Mariaverering, onderworpenheid aan de kerk en de leer, weer hard worden gemaakt. Dit alles past in het schema. Zij die hierdoor bedrogen worden, missen datgene waar het Woord van God op gebaseerd is, nl. de Goddelijkheid van God en Jezus Christus, een werkelijkheid boven het tijdelijke en aardse bestaan, met zijn menselijke kennis en beredenering. Een dergelijk concept, gedragen door religieuze futurologie van het Westen, speelt de tegenstander in de kaart en baant de weg voor de ‘Komende Wereld-Religie’, de grote leugen!
https://hoeikdebijbellees.blogspot.com/p/delaatste-tijden-van-de-gemeente.html